BMI is een handig startpunt als je wilt weten of je kind een gezond gewicht heeft. Maar als trainer en ouder weet ik hoe vaak het cijfer verkeerd wordt geïnterpreteerd. Bij kinderen werkt BMI namelijk anders dan bij volwassenen. Leeftijd en geslacht spelen een grote rol, en zonder die context zegt het getal eigenlijk niet zoveel.
Waarom BMI bij kinderen anders werkt
Zoals je weet, verandert een kinderlichaam snel. In de ene fase groeit het gewicht, in de andere juist de lengte. Daardoor kan een BMI die op papier ‘te hoog’ lijkt, in werkelijkheid prima passen bij de ontwikkeling van je kind.
Artsen gebruiken daarom speciale groeicurves die rekening houden met leeftijd én geslacht. Die geven een betrouwbaarder beeld dan één getal los. Ook spiermassa, vetverdeling en aanleg spelen mee. Een sportief kind met veel spiermassa kan bijvoorbeeld een hogere BMI hebben, terwijl het gewoon kerngezond is.
Zelf BMI berekenen? Let op dit
Je kunt het BMI van je kind berekenen met: gewicht (kg) / lengte² (in meters). Echter, dat is nog maar stap één. Je moet dit cijfer daarna leggen naast officiële percentielen, zoals die van het Voedingscentrum of het RIVM.
Ook wil ik je dit meegeven: als je twijfelt, bespreek het dan met een jeugdarts of verpleegkundige. Die hebben ervaring met groei- en gewichtspatronen en kunnen het beter duiden dan een online tool. Want hoewel cijfers iets zeggen, zegt gedrag, eetpatroon en energieniveau vaak nog meer.